Doortje Rome
Doortje Rome is geboren in het buitengebied van Johannesburg, Zuid-Afrika. Ze is het derde kind in een welgesteld gezin van een plantage-eigenaar en zijn vrouw, die beiden afstammen van geëmigreerde Nederlandse boeren. Haar vader was actief in de Afrikaner Weerstandbeweging. Ze groeide op met het verhaal dat blanken superieur zijn aan gekleurde mensen. Aan de eettafel werd met de deuren dicht gesproken over het personeel met de term Kaffers.
Na de middelbare school gaat ze Nederlands studeren aan de Universiteit van Kaapstad. In die tijd richtte de studie zich vooral op de Nederlandse letterkunde. Ze kwam in aanraking met activistische studenten en vond bevestiging in haar afkeer van het racisme dat haar in haar ouderlijke omgeving in de greep had gehouden. Vanuit deze periode stammen de eerste korte verhalen, die bekend werden als erotisch en soms zelfs pornografisch. Door de ook in Kaapstad beperkte ruimte om te publiceren over seksualiteit bleef de verspreiding van Doortjes verhalen beperkt. Publicatie van de eerste korte verhalen heeft nooit plaatsgevonden. Na haar afstuderen publiceerde zij haar eerste roman die, dezelfde dag dat hij verscheen, werd verboden. Doortje werd opgepakt en verdween voor een halfjaar in een cel. Haar boeken en manuscript werden vernietigd.
Nadat ze haar straf had uitgediend trad ze in het huwelijk met een medegevangene, vooral omdat ze teruggaan naar Johannesburg wilde voorkomen. Haar man werd burgemeester van het township Kayamandi, maar vijf jaar daarna liep het huwelijk door overspel van haar echtgenoot op de klippen. Het stel had geen kinderen. Vervolgens verdiende ze de kost door bij een vertaalbureau te werken.
In 2018 ontmoette ze haar huidige man, een eigenaar van een Nederlands im- en exportbedrijf in Zuid-Afrikaanse wijnen. Twee jaar geleden traden ze in het huwelijk en verhuisden naar een dorpje in de buurt van Amsterdam.
‘Ware liefde, dodelijke haat’, is Doortjes eerste Nederlandse roman. In dit gedeeltelijk autobiografische, niets verbloemende verhaal geeft ze er blijk van de Nederlandse cultuur en taal als geen ander te begrijpen en te kunnen duiden.